Business Intelligence

Het Angelsaksische woord “intelligence” heeft een dubbele betekenis. Het kan slaan op de wijze van informatieverwerking en op de informatie zelf. In beide gevallen gaat het om het bepalen van de relevantie. Dit vereist intelligentie in de derde betekenis van het woord.

Er zijn veel verschillende theorieën over wat intelligentie is maar vooralsnog is er geen overeenstemming. Toch wordt dit begrip in de praktijk veel gebruikt, er wordt zelfs gesproken over kunstmatige intelligentie. Ook wordt onderscheid gemaakt in meer of minder intelligente ondernemingen maar ook hier ontbreekt de overeenstemming.

In de context van het Nederlandse bedrijfsleven werd met “Business Intelligence” doorgaans managementinformatie bedoeld: de informatie die nodig is om een bedrijf te managen. Zowel de aard als de hoeveelheid managementinformatie en de mogelijkheden die te verwerken zijn echter aanzienlijk uitgebreid. Ook de snelheid waarmee managementinformatie kan worden verwerkt ligt veel hoger. In die zin is er natuurlijk wel wat veranderd.

Of je het managementinformatie of Business Intelligence noemt, de vraag blijft: Wat is relevant? Beantwoording van die vraag is lastig en vereist intelligentie, bedrijfsintelligentie.

Er is weliswaar geen test voor het meten van bedrijfsintelligentie maar er zijn wel verschillende indicatoren.  Duidelijk is dat ICT een belangrijke rol wordt toebedacht; zo wordt de volwassenheid van een organisatie soms afgemeten aan de mate waarin, en de manier waarop, gebruik wordt gemaakt van ICT; ICT wordt dan gelijk geschakeld aan volwassenheid. Hierbij zijn natuurlijk wel wat kanttekeningen te maken.

ICT wordt ook genoemd als middel om de wendbaarheid te vergroten. Wendbaarheid is natuurlijk belangrijk maar dit begrip betekent in de mijnbouw wat anders dan in de detailhandel, m.a.w. wendbaarheid is een relatief begrip. Wendbaarheid verdraagt zich overigens i.h.a.  niet goed met ICT.  ICT is namelijk nogal rigide en aan het minder rigide maken van ICT kleeft een prijskaartje, wendbaarheid moet immers wel ingebouwd worden.

Business Intelligence heeft in ieder geval te maken met leiding geven, risicobeheersing en compliance d.w.z. met Governance, Risk management en Compliance (GRC). Oftewel: welke koers wordt gevolgd, wat kan er gebeuren en welke maatregelen moeten dan worden genomen en welke eisen worden gesteld en voldoen we hieraan?

Ieder bedrijf heeft tegenwoordig een missie, visie en misschien zelfs een aantal Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’en). Niks mis mee natuurlijk, maar daar blijft het meestal bij. Wat dan ontbreekt is de vertaling van deze toch vrij abstracte begrippen in wat meer concrete handvaten waar iedereen wat aan heeft. Iedereen geeft immers leiding en om te beoordelen wat wel of niet relevant is worden verschillende criteria gebruikt. Natuurlijk is eenheid van opvatting belangrijk maar die samenhang ontstaat niet vanzelf.

Er wordt doorgaans veel waarde gehecht aan financiële indicatoren. Veel aspecten / delen van een bedrijf kunnen immers financieel worden gemaakt. Dat hoeft echter niet te betekenen dat deze aspecten / delen van het bedrijf ook financieel bepaald zijn. Een financiële insteek kan weliswaar gebruikt worden om bepaalde stakeholders over de streep te trekken maar kan ook een redenering die op drijfzand is gebouwd acceptabel doen lijken.

Doorgaans zijn er meerdere producten en dus ook meerdere markten en productieketens. Je kunt wel het een en ander standaardiseren maar je kunt niet alles dichtregelen. Het gebruik van zgn. bedrijfsregels is een populaire benadering om de werking van een bedrijf te analyseren. Er zit doorgaans echter een groot verschil tussen hoe het zou moeten werken (de normen), hoe gedacht wordt dat het werkt (de aannames) en hoe daadwerkelijk wordt gewerkt (de feiten).

Bedrijfskennis is verdeeld over medewerkers. Die moet je voldoende ruimte geven om hun werkwijze te ontwikkelen. Hoeveel vrijheid hebben medewerkers? Als medewerkers strikt volgens regels (welke regels en van wie?) zouden moeten werken dan zou het misschien wel snel afgelopen zijn met het bedrijf.

Dit betekent dat er een zekere bereidheid moet zijn tot het nemen van risico’s. Ondernemen is (markt)risico nemen maar ondernemen is ook (productie)risico’s vermijden. Het is zaak om risico’s tijdig te onderkennen om passende maatregelen te kunnen nemen. Maar wat is “tijdig” en wat is “passend” (en wie bepaalt / bepalen dat)?

Contractuele verplichtingen zijn er veel, bijvoorbeeld jegens de klant, jegens de leveranciers, jegens de medewerkers en jegens de klanten. Feitelijk is een bedrijf een contractuele eenheid (rechtspersoon) opgebouwd uit belanghebbenden die zich op enigerlei wijze contractueel hebben verbonden. Met compliance worden doorgaans de maatschappelijke verplichtingen bedoeld d.w.z. de eisen van publieke wet- en regelgeving. Soms zijn dit minder grijpbare zaken zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze zijn vaak moeilijk meetbaar te maken.

In principe kan er veel worden geregistreerd (big data) en geanalyseerd (AI). Maar de vraag is steeds wat relevant is. In zijn algemeenheid is de vraag naar de relevantie niet te beantwoorden. Ieder bedrijf is immers anders. Je moet weten wat bedrijfsmatig relevant is. Je hoeft geen techneut te zijn om dit te bepalen. Natuurlijk heeft niemand alle kennis in huis. Dit betekent dat niet alleen tussen bedrijfsmensen en techneuten, maar ook tussen bedrijfsmensen onderling, de nodige afstemming moet plaatsvinden (business alignment).

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *